Op 18 november 2021 verdedigt M.A.C. Groffen haar proefschrift, getiteld: ‘Collecting Contemporary Home Life’.
Cultuurhistorische musea hebben een rijke traditie op het gebied van wooncultuur. De stijlkamer is daarin een beproefd middel om voorwerpen in een historische context te plaatsen. Maar waar eerder vooral retrospectief werd verzameld, is het heden steeds vaker het uitgangspunt van het museale verzamelbeleid. Discussies over het verzamelen van moderne wooncultuur hebben het concept van een eigentijdse stijlkamer echter over het hoofd gezien. Dat is opmerkelijk, vindt Mayke Groffen. Zeker omdat meubelzaken, makelaars en bouwbedrijven buiten de museumwereld overtuigd zijn van de onweerstaanbare aantrekkingskracht van dergelijke ensembles; zij proberen de consument te verleiden met moderne stijlkamerachtige opstellingen.
Mayke Groffen, zelf conservator bij Museum Rotterdam, onderzoekt in haar proefschrift allereerst de beide concepten die ten grondslag liggen aan deze studie: het eigentijds verzamelen en het verzamelen van wooncultuur. Daarna analyseert ze de eigentijdse woonensembles van drie commerciële bedrijven: de geënsceneerde woninginterieurs van IKEA, de nieuwbouwwoningen in BAM’s Homestudios en het funda Huis, een virtueel huis ontworpen op basis van het zoekgedrag op de funda website. Om een haalbare verzamelstrategie te ontwikkelen voor cultuurhistorische musea, beschouwt Groffen deze cases door de ogen van een museumconservator. Wat kunnen musea leren van deze bedrijven?
Het derde en laatste deel van de dissertatie vergelijkt de bevindingen op vijf overkoepelende thema’s (de collectie, verzamelen, reflecteren, representeren en verbinden) en doet concrete aanbevelingen voor musea. In het slothoofdstuk volgen de overkoepelende conclusies. Hier wordt niet alleen de aanzet gegeven voor een stapsgewijze strategie, maar worden tevens punten uitgelicht die nadere discussie verdienen in museumpraktijk en -theorie.